Heel veel arbeidsmigranten hebben moeite met lezen, schrijven en communiceren in het Nederlands. Dit heeft gevolgen voor de veiligheid, productiviteit, ontwikkeling en het werkplezier. Het Taalakkoord Werkgevers wil hier verbetering in brengen. T2F werkt met veel met arbeidsmigranten. Het merendeel is Hongaars of Pools. Het taalniveau van deze groep is het meest lage dat er is, dit niveau heet A-0. Dat betekent dat medewerkers zo goed als geen Nederlands spreken. Daarom investeert T2F samen met haar klant -een pizzabodemfabriek- in taallessen.
Taalbarrière risico voor de veiligheid
Bij een laag taalniveau wordt de kans vergroot op een misverstand of een ongeval. Taalbarrières kunnen de veiligheid bedreigen en de productiviteit en ontwikkeling van uitzendkrachten belemmeren. Taalbeheersing is ook belangrijk om je ergens thuis te voelen, het gevoel te hebben dat je meedoet.
Kleine klasjes, praktijkgericht onderwijs
Hoe gaat dat in de praktijk? Wekelijks hebben onze uitzendkrachten 2 uur taalles bij de klant. De klasjes bevatten maximaal 10 mensen. De cursisten krijgen les in het bedrijf van de opdrachtgever. De lessen bestaan uit opdrachten zoals: stap op je leidinggevende af en probeer een kort gesprekje aan te knopen. De grootste overwinning zit bij veel mensen in het durven spreken van een taal. Naast die kleine klasjes, is ook betrokkenheid van zowel de inlener als de uitzender een randvoorwaarde voor succes.
Commitment
T2F werkt met mensen die geïnteresseerd zijn om zich permanent in Nederland te vestigen. Vanuit goed werkgeverschap is een taalcursus dan ook een belangrijk instrument. Voor de migranten zijn de cursussen gratis, maar niet vrijblijvend. Huiswerk moet gedaan worden en we verwachten aanwezigheid. Als iemand de lessen niet serieus neemt of de lessen niet afmaakt, vragen we om een bijdrage in de kosten.